Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dan zal [78]Hij [79]uw zaad, [80]waarmede gij het land bezaaid hebt, regen geven, en [81]brood van des lands inkomen, en hetzelve zal vet en [82]smoutig zijn; uw vee zal te dien dage [in] een wijde landouwe weiden. 78. Te weten de Heere. 79. Hebreeuws, Hij zal den regen uws zaads geven; te wten dien regen, dien uw zaad van doen heeft, zou het wel en vruchtbaar opwassen. 80. Of, als gij het land bezaaid hebt. 81. Anders: brood des lands voortkomt; dat is koren, dat uit het land voortkomt. 82. Of, olieachtig.